Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

Edwin Veldkamp

Wie heeft dit spelletje vroeger niet gespeeld? Als je nu jonge kinderen hebt, speel je het waarschijnlijk weleens: ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en de kleur is…’. Een leuk spelletje dat prima geschikt is om de tijd tijdens een autorit sneller voorbij te laten gaan, maar ook een spelletje dat maar al te vaak leidt tot discussie op de achterbank. Wat voor de één groen is, is voor de ander juist geel, grijs is zwart, en vaak vliegen kreten als ‘Dat kan ik toch helemaal niet zien’ door de auto. Een enkele keer bekruipt mij dan de gedachte ‘Ach, was het maar vast donker, dan kunnen ze naar bed’.

Geen spelletje
Dit laatste is een prima maatregel om de discussie op de achterbank op te lossen, maar het lost de feitelijke discussie natuurlijk niet op. Deze discussie beperkt zich namelijk niet tot de achterbank van onze auto, maar heeft net zo goed betrekking op de openbare ruimte. Er is wel een belangrijk verschil. Hoe het spelletje op de achterbank ook afloopt, het blijft een spelletje en we spelen het de volgende autorit gewoon weer. In de openbare ruimte is het echter geen spelletje, maar gaat het om onze veiligheid, beleving, zien en gezien worden, om het herkennen van kleuren, het zien van gezichten, het voorkomen van hinder voor flora en fauna etc.

Over deze opsomming zal niet veel discussie ontstaan. Afhankelijk van de locatie die verlicht moet worden, kunnen bepaalde eisen zwaarder wegen of juist minder zwaar, maar in onze openbare ruimte zullen de genoemde criteria steeds weer een rol spelen. Toch blijkt dit in de praktijk minder vanzelfsprekend te zijn en worden er vaak concessies gedaan aan de kwaliteit van de verlichting.

Beleving van kwaliteit
Wie kent niet het gele licht van de lagedruk natriumlampen (SOX) die tot enkele jaren geleden het grootste deel van de Nederlandse (en Belgische) snelwegen verlichtten? Door het monochromatische licht verdwijnt alle kleur en daarmee ook de kleurherkenning. Voor de snelwegen een enigszins acceptabele oplossing die ook nog eens erg efficiënt was. Maar pas je deze lichtoplossing toe in een woonwijk of in stadscentra, dan is dit totaal niet acceptabel door het gebrek aan kleurherkenning en lichtbeleving. En toch staat ook nu nog menige woonwijk vol met dit type lampen.

Sinds de komst van LED, en eerder al met enkele andere typen lampen, is het probleem van de kleurherkenning op te lossen. Dat betekent helaas niet dat daarmee ook een einde gekomen is aan slechte verlichtingsontwerpen in de openbare ruimte. Door de hang naar maximale energiebesparing en het tot in extremen terugdringen van strooilicht ontstaan geheel nieuwe problemen. Problemen die voorkomen kunnen worden door in het ontwerpproces de juiste afwegingen en keuzes te maken. En door geen concessies te doen aan de kwaliteit van de verlichting, waarbij afhankelijk van de locatie en toepassing bepaalde eisen prefereren boven anderen. Maximale energiebesparing mag in bijvoorbeeld een uitgaansgebied nooit ten koste gaan van de veiligheid(beleving) op straat, terwijl op snelwegen deze verhouding geheel anders kan liggen.

Ruimte en Licht
Wilt u met mij verder praten of discussiëren over de beleving van lichtkwaliteit en alles wat daarbij komt kijken? Bezoek de stand van Tauw (2.06) op dinsdag 9 mei in het NBC in Nieuwegein tijdens de Vakbeurs Ruimte en Licht. Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten!