Tweejarig onderzoek naar effecten verbreding A50 op vleermuisroutes

De verbreding van de A50 tussen Ewijk en Valburg heeft niet alleen invloed op de doorstroming van het verkeer maar ook op de doorstroming van vleermuizen die gebruik maken van de viaducten onder de snelweg. Tauw was op vele disciplines betrokken bij het A50-project. Nu het project is afgerond is Tauw nog twee jaar verantwoordelijk voor de monitoring van de vleermuispopulaties.

Veelzijdig project

De A50 tussen Ewijk en Valburg behoorde tot een van de grootste fileknelpunten van Nederland. In 2009 is de aanbesteding van het project door Rijkswaterstaat in de markt gezet. De opdracht omvatte het ontwerpen en realiseren van de gehele verbreding van de A50 tussen Ewijk en Valburg, inclusief een extra brug over de Waal en aanpassing van de knooppunten. De aannemerscombinatie Waalkoppel, een samenwerkingsverband tussen de aannemers Mobilis, van Gelder en Dywidag, heeft met Tauw als onderaannemer het project uitgevoerd.

Tauw is vanaf 2010 op verschillende werkvelden bij dit veelzijdige project betrokken geweest. Zo hebben we voor de aannemerscombinatie Waalkoppel het aanbiedingswegontwerp in 3D verzorgd en adviesdiensten uitgevoerd op het gebied van onder andere waterhuishouding, geotechniek, geluid, verhardingen, systems engineering en ecologie. Inmiddels is het project gerealiseerd en afgerond.

Monitoren vleermuizen

Eén van de ecologische aspecten bij het project heeft betrekking op de vleermuizen in het gebied die de viaducten onder de A50 als vliegroute gebruiken. Vleermuizen zijn nogal gevoelig voor veranderingen in hun route. Aanpassingen aan de viaducten en hun verlichting zouden tot verstoring kunnen leiden. Daarom is het belangrijk te weten of de gewijzigde viaducten nog steeds voldoende functioneren als vliegroute voor vleermuizen.

In 2011 heeft Tauw in opdracht van Waalkoppel een ‘nulmeting’ gedaan waarbij de uitgangssituatie in beeld is gebracht. In 2013 is Tauw in opdracht van Rjkswaterstaat begonnen met een tweejarige monitoring van de vleermuizen om te zien of de aanpassingen effect hebben op de vliegroutes en vleermuizenpopulaties in het gebied. Tweemaal per jaar worden de acht viaducten door twee Tauw-ecologen gemonitoord. Hierbij wordt gebruik gemaakt van batdetectors waarmee de vleermuizen op soort kunnen worden gedetermineerd.

Journalistieke interesse

Inmiddels zijn de eerste monitoringsbezoeken van 2014 afgerond. Tauw-ecoloog Berto van Dam ging samen met Rijkswaterstaat op pad met verslaggever Bernardo van Hal van De Gelderlander die weleens wilde weten waar het nu allemaal om ging. Zie artikel ‘Batdetector ratelt er op los in de schemering’.

Contactpersoon: Benjamin Flierman