Verkenningen stikstofopgave voor de langere termijn

De Rijksoverheid heeft onlangs een aantal verkenningen uitgebracht die het nieuwe kabinet handvatten bieden om ook op de langere termijn invulling te geven aan de stikstofopgave in Nederland. Deze stikstofopgave moet leiden tot fors minder stikstofneerslag in de voor verzuring gevoelige natuur. In de verkenning ‘Naar een Natuurinclusieve Ruimtelijke Inrichting rond Natura2000-gebieden’ is onderzocht waar en hoe een natuurinclusieve ruimtelijke inrichting het beste kan bijdragen aan het realiseren van de Natura 2000-doelen.

01 april 2021

Ruimtelijke verkenning stikstofgevoelige natuur

De ingenieursbureaus Sweco, TAUW , Witteveen+Bos, BügelHajema en landschapsarchitecten H+N+S hebben de  verkenning uitgevoerd en de rapportage opgesteld. De ‘hoe vraag’ is onder andere via ontwerpend onderzoek van H+N+S en met input van ecologen en hydrologen tot stand gekomen. De belangrijkste aanbevelingen richten zich op het maken van een beleidskader, bestuurlijke samenwerking en het onderzoeken van zones rondom Natura2000-gebieden waarbinnen transities naar een natuurinclusieve inrichting moeten gaan plaatsvinden.

De verkenning biedt concrete handvatten en aanbevelingen voor een natuurinclusieve inrichting van zones rondom de bestaande Natura2000-gebieden. Er worden inspirerende voorbeelden getoond van meekoppeling met andere ruimtelijke opgaven zoals klimaatadaptatie, duurzame energie en recreatie”, aldus Martin Haan, projectmanager bij Sweco.

De verkenning is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Gelijktijdig zijn drie andere verkenningen gepubliceerd met betrekking tot de stikstofproblematiek, namelijk: de langetermijnverkenning Stikstofproblematiek, de verkenning Normeren en Beprijzen stikstofemissies en de verkenning Governance en participatie.

Een natuurinclusieve ruimtelijke inrichting

Een natuurinclusieve ruimtelijke inrichting gaat verder dan alleen het letterlijk inrichten van een gebied of locatie, ook het ruimtelijke gebruik (met positieve effecten op stikstofgevoelige Natura 2000-natuur) valt hieronder. Met andere woorden: een ontwikkeling is binnen deze verkenning pas ‘natuurinclusief’ als er een causaal verband bestaat tussen de ruimtelijke inrichting of het gebruik en een verbeterde natuurkwaliteit binnen het stikstofgevoelige Natura 2000-gebied. Die verbeterde natuurkwaliteit kan tot uitdrukking komen in verbeterde condities voor bodem, water en lucht, meer biodiversiteit of de vergroting van leefgebieden waardoor robuustere en meer weerbare Natura 2000-natuur ontstaat.

Structurele aanpak stikstof

De Nederlandse Natura 2000-natuur staat onder druk en heeft te lijden onder een te hoge hoeveelheid stikstofdepositie. Via de structurele aanpak stikstof zet het Rijk in op maatregelen om enerzijds de stikstofemissies te verkleinen en anderzijds de natuurgebieden te herstellen. Beide sporen moeten ertoe leiden dat de instandhoudingsdoelen voor de Natura 2000-gebieden worden gehaald. Naast bronmaatregelen en directe natuurmaatregelen kan ook een meer natuurinclusieve ruimtelijke inrichting van de omgeving van het Natura 2000-gebied een bijdrage leveren. Dit is het derde spoor van de structurele aanpak stikstof.

Met de verkenningen heeft het kabinet diverse opties en perspectieven in kaart laten brengen om de structurele aanpak van het stikstofvraagstuk op de lange termijn verder vorm te geven. Daarmee kan verdere invulling worden gegeven aan de structurele aanpak en de Wet stikstofreductie en natuurverbetering die onlangs is aangenomen en waarmee het fundament voor het stikstofvraagstuk is gelegd.

Hoe kunnen wij u helpen?

Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.