De achteruitgang van de wilde bijenpopulaties en het optreden van (massale) bijensterftes onder honingbijen zijn een gevaar voor de biodiversiteit en veerkracht van ecosystemen. Hoe gaan we de achteruitgang van wilde bijenpopulaties tegen? Niet alle oorzaken zijn eenvoudig weg te nemen, maar met een reeks eenvoudige maatregelen valt er al een hoop te verbeteren.
De achteruitgang van de wilde bijenpopulaties en het optreden van (massale) bijensterftes onder honingbijen zijn een gevaar voor de biodiversiteit en veerkracht van ecosystemen. Hoe gaan we de achteruitgang van wilde bijenpopulaties tegen? Niet alle oorzaken zijn eenvoudig weg te nemen, maar met een reeks eenvoudige maatregelen valt er al een hoop te verbeteren.
Op kleine en grote schaal kan er gewerkt worden aan veranderingen in het beheer en de inrichting van de leefgebieden van bijen. Meer bloemen (voedsel), meer structuurelementen (om te nestelen en schuilen) en meer variatie op kleine schaal verbeteren het leefgebied van bijen en zijn een stimulans voor gezonde bijenpopulaties.
De Bijenwijzer van TAUW is een database die inzicht geeft in de eisen die bijensoorten stellen aan hun leefgebied. De wijzer biedt een overzicht van de 60 meest voorkomende Nederlandse bijensoorten, inclusief soortkenmerken (vliegperiode, actieradius, drachtplanten), habitatkenmerken, verspreiding en beheermaatregelen. Wij kunnen u met de Bijenwijzer adviseren over het optimale beheer van zowel natuur- als agrarische en stedelijke gebieden voor de (potentieel) aanwezige bijensoorten. De Bijenwijzer helpt het bijenbeheer in elk gebied, op elke schaal en voor elke selectie van bijensoorten gericht en duurzaam te verbeteren.
Bijen zijn voor hun overleving en voortplanting afhankelijk van voldoende nectar en stuifmeel uit bloeiende planten en van de aanwezigheid van geschikte nestel- en schuilmogelijkheden. Dit alles moet op korte afstand van elkaar aanwezig zijn, maximaal een paar kilometer. Diverse elementen in het landschap kunnen bijdragen aan voedsel-, nestel- en schuilgelegenheden. Landschapsstructuren zoals bomenrijen, begroeide oevers en akkerranden zijn naast voedselbron ook belangrijk voor de navigatie van bijen.
1. | Holle stengels (overjarig riet) om in te nestelen |
---|---|
2. | Koolzaadveld: belangrijke voedselbron voor nectar en stuifmeel voor o.a. zandbijen en groefbijen |
3. |
Wilgenrij: in het voorjaar bieden wilgen veel nectar en stuifmeel. De grijze zandbij is zelfs afhankelijk van wilgen |
4. | Natuurtuin met bijenhotel, bloemenweide, stapelmuurtjes, dood hout en takkenrillen bieden volop foerageer- en nestelgelegenheid |
5. | Boomgaard: bijen en hommels zorgen voor bestuiving in fruitboomgaarden |
6. | Bloemrijke berm met o.a. grote kattenstaart, waar bijvoorbeeld de kattenstaartbij geheel van afhankelijk is |
7. | Open, zandige bodem om in te nestelen |
8. | Heg of haag: geschikte locatie voor een hommelnest |
9. | Appelbomen bieden in het voorjaar nectar en stuifmeel voor bijv. groefbijen en metselbijen |
10. | Schuren, terrassen en tegels: een geschikte nestgelegenheid |
11. | Oude composthopen als nestelplek |
Neem contact op met één van onze adviseurs.
Carolien Wegstapel
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.