In Ede werd in het sediment van een spoorsloot een verontreiniging met zink aangetroffen. De oorsprong van deze verontreiniging vormde het onderwerp van discussie aangezien er twee mogelijke bronnen van herkomst waren: - De legale lozing van zinkhoudend afvalwater door een chemisch bedrijf - Het effluent van de plaatselijke rioolwaterzuivering (RWZI)
Tauw ging op zoek naar de herkomst van de zinkverontreiniging en legde daartoe contact met specialisten van de Universiteit van Bern. Zij ontwikkelden een nieuwe, betrouwbare methode voor het fingerprinten van zink. Deze methode is gebaseerd op de stabiele isotopensamenstelling van zink, dat van nature uit vier verschillende isotopen bestaat: 64Zn, 66Zn, 67Zn en 68Zn.
Eerste stap in het proces was het bepalen van de isotopensamenstelling van de twee mogelijke bronnen. Hieruit volgde een duidelijk meetbaar verschil in samenstelling van zinkisotopen van beide bronnen. Daarmee was vastgesteld dat voor dit project de isotopensamenstelling van zink een geschikte fingerprint was.
Vervolgens zijn sedimentmonsters uit de spoorsloot genomen en als referentie ook een aantal onverdachte grondmonsters uit de omgeving van Ede. De resultaten zijn samengevat in de grafiek. Hier is duidelijk te zien dat de isotopensamenstelling van het zink in de sedimentmonsters goed overeenkomt met die van het zink uit het effluent van het chemische bedrijf. Het effluent van de RWZI kon daarmee als bron worden uitgesloten.
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.