De overheid ontwikkelt beleid om alle Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) te weren uit de leefomgeving, omdat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Een positieve ontwikkeling natuurlijk, maar niet in alle gevallen. Bepaalde ZZS zijn namelijk van essentieel belang voor industriële processen en organismen. Het is dus tijd om meer onderscheid te maken tussen de verschillende ZZS.
Zeer Zorgwekkende Stoffen staan sinds 2016 scherp op de radar van de Nederlandse overheid. De stoffen, die in allerlei dagelijkse processen en producten zitten, zijn schadelijk voor mens en milieu en moeten zoveel mogelijk uit de leefomgeving worden geweerd. Sindsdien moeten bedrijven hun ZZS-emissies naar lucht en water inventariseren en in vergunningstrajecten iedere vijf jaar aantonen hoe ze ZZS vervangen en uitstoot minimaliseren. Dat is op zich een goede ontwikkeling. De stoffen zijn immers niet voor niets ‘Zeer Zorgwekkend’ en reductie is belangrijk. Maar de beperkingen van het beleid worden ook meer en meer duidelijk. Want hoe eng de naam ook klinkt, sommige ZZS zijn essentieel voor onze maatschappij en zelfs voor onze natuur. En die moeten we niet weren, maar behouden.
Bij een studie voor het Ministerie van (toen nog) Infrastructuur en Milieu en het Nutriëntenplatform, waar ik een paar jaar geleden aan meegewerkt heb, ontdekten we dat sommige stoffen essentieel zijn voor planten en/of dieren. We kwamen tot een long list van 24 stoffen, waarvan er 8 stoffen essentieel én schaars zijn. Daar zaten twee interessante stoffen bij: nikkel en kobalt. En die staan -inderdaad- op de lijst van 1700 Zeer Zorgwekkende Stoffen.
De mens heeft kleine hoeveelheden nikkel nodig voor de ijzerhuishouding; een tekort aan nikkel kan leiden tot bloedarmoede. En kobalt hebben we bijvoorbeeld nodig voor de vorming van vitamine B12. Ook voor planten, bacteriën, schimmels en gisten zijn deze van belang. Bij anaerobe processen (processen zonder zuurstof) zijn nikkel en kobalt samen belangrijk. Zonder deze metalen kunnen vitamine B12 en essentiële enzymen die bij vergistingsprocessen nodig zijn, niet gemaakt worden. Bij herkauwers, zoals koeien, kunnen nikkel- of kobalttekort leiden tot verminderde groei. Nikkel en kobalt worden daarom aan veevoer toegevoegd, waardoor ze via de mest weer in het milieu terecht komen.
Nikkel en kobalt hebben echter ook een belangrijke industriële functie. Zo spelen ze een rol in anaerobe zuivering van afvalwater, waarbij industrieel afvalwater wordt gezuiverd met behulp van nutriënten. Wanneer dit proces niet goed werkt door een tekort aan nutriënten, kan dit worden hersteld met een ‘micro-nutriëntenoplossing’ met nikkel- en kobaltverbindingen. Met deze oplossing ontstaat er voldoende slib en biogas en worden stoffen in het afvalwater beter afgebroken.
Voor deze twee ZZS kunnen we nu al concluderen dat we ze niet willen of kunnen uitbannen. Toch staan ze op dit moment op de lijst van stoffen die we moeten weren. Hierdoor is bijvoorbeeld het toepassen van een micro-nutriëntenoplossing een intensief en tijdrovend proces bij milieuvergunningen. Het is belangrijk om de ZZS-lijst en de toepassing ervan te nuanceren, bijvoorbeeld door een ‘bijsluiter’ te ontwikkelen voor bepaalde ZZS in bepaalde toepassingen. En de plek waar deze kan worden toegevoegd is er al: de ZZS database van RIVM. Hierdoor voorkomen we dat we tijd, geld en energie verspillen aan maatregelen die onnodig zijn en kunnen we ons gezamenlijk richten op de bestrijding van ZZS en toepassingen die daadwerkelijk schade toebrengen aan mens en milieu.
Onlangs organiseerde TAUW een succesvolle online Masterclass Zeer Zorgwekkende Stoffen voor industriële bedrijven. Tijdens dit goed bezochte online event hebben onze experts (industriële) bedrijven bijgepraat over actuele ontwikkelingen op het gebied van ZZS. Lees meer hierover in dit nieuwsartikel.
Wilt u op de hoogte blijven van toekomstige (online) masterclasses en webinars, vul dan het onderstaande formulier in.
Vul het onderstaande formulier in.