Lood, een zwaar metaal, staat op de lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Door contact met de bodem of het eten van groenten uit de (moes)tuin kan lood in het lichaam terechtkomen. Blootstelling aan lood kan vooral bij kinderen van 0-6 jaar gezondheidsrisico’s opleveren; ook bij blootstelling aan gehalten onder de interventiewaarde. Voor gemeenten en provincies zorgt dit voor complexe vraagstukken rondom het onderzoek en de aanpak van loodverontreiniging.
Contactpersoon: Martijn Mekkink
E-mail: martijn.mekkink@tauw.com
Tel: +31 61 13 09 36 1
De bodem in Nederland is op veel plekken verontreinigd met lood. Door bedrijfsactiviteiten, sloop en afvalstromen zijn loodhoudende stoffen diffuus verspreid in de bodem terechtgekomen, en via grondverzet verder verplaatst. De verontreiniging kan zich in oudere stads- en dorpscentra bevinden, rondom bedrijfslocaties, in ophooglagen en in toemaakdekken van veenweidegebieden. Door dit gebruik is de bodem in Nederland op veel plekken verontreinigd met lood.
De aandacht voor lood is verscherpt nadat uit een RIVM rapport is gebleken dat kinderen gevoeliger voor blootstelling zijn dan eerder werd aangenomen, en er geen veilige ondergrens is voor loodgehalten in de bodem. Daarom adviseert de GGD om de blootstelling aan lood zo laag mogelijk te houden. Als hulpmiddel hierbij hanteert de GGD richtwaarden voor lood in de bodem.
Uit onderzoek van de Hanzehogeschool is gebleken dat de bodem bij 1 op de 5 wadi’s te hoge concentraties heeft van koper, lood, of zink. Veel van deze wadi’s zijn ook als park en/of speelplaats aangelegd, waardoor spelende kinderen aan lood blootgesteld kunnen worden.
Wanneer een wadi in een diffuus met lood verontreinigd gebied ligt, bevat het slib mogelijk ook lood. Als gevolg van ophoping van dit slib kan de bodemkwaliteit in de wadi op termijn verslechteren. Door de bodemkwaliteit te monitoren kan worden vastgesteld of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Op onze webpagina 'functioneren uw wadi's naar behoren' leest u meer over de vraagstukken en onze dienstverlening met betrekking tot (verontreinigde) wadi's.
Ga naar de webpaginaMet het ingaan van de Omgevingswet vindt er een verschuiving plaats van bevoegdheden. Onder deze nieuwe wet zijn niet de provincies bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming, maar de gemeenten zelf. Daarmee hebben gemeenten instrumenten in handen om lokale ambities en maatregelen voor lood vast te stellen. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld in het omgevingsplan maatwerkregels opnemen over bodemgevoelige locaties of een aangepaste toelaatbare kwaliteit bodem. Alleen voor verontreinigingen die beschikt zijn als ernstig en spoedeisend geldt overgangsrecht en blijft de bevoegdheid bij de provincies liggen.
TAUW heeft een gestructureerde aanpak ontwikkeld om uw provincie of gemeente te faciliteren bij het (nader) identificeren van een eventueel diffuus lood-probleem in de bodem.
Deze aanpak hebben wij verwoord in de routekaart ‘Diffuus lood: van verwachtingen naar maatregelen’. De routekaart bestaat uit verschillende stappen die u als checklist kunt gebruiken.
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.