Planmatige aanpak klimaatbestendige gemeenten

Op Prinsjesdag 2017 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie gepresenteerd, en nog dit jaar wordt het uitvoeringsprogramma van de Nationale klimaatadaptatiestrategie uitgerold. Plannen die gericht zijn op een waterrobuust en klimaatbestendig Nederland in 2050. Zo is de ambitie uitgesproken om uiterlijk in 2019 een (gestandaardiseerde) klimaatstresstest uitgevoerd te hebben. Wat betekenen deze plannen voor gemeenten? En hoe kunnen we hier op een juiste manier invulling aan geven?

Weten, willen, werken
Om tot een langjarige en planmatige aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en het beperken van de gevolgen van overstromingen te komen, hanteert het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie drie ‘fasen’ waarin een gemeente zich kan bevinden:

  • Fase 1: Weten wat de  consequenties zijn van klimaatverandering (weten)
  • Fase 2: De noodzaak zien en ermee aan de slag gaan (willen)
  • Fase 3: Het daadwerkelijk treffen van maatregelen (werken)

Dit wekt wellicht de indruk dat u als gemeente deze fasen opeenvolgend moet doorlopen. Dat is niet zo. Uiteraard zijn stresstesten een uitermate geschikt hulpmiddel om de consequenties van klimaatverandering in beeld te brengen (weten). Maar het is een momentopname; een handreiking die helpt om tot een eerste inzicht te komen. Voor sommige gemeenten is dit al bekend terrein, voor anderen is het nieuw. Doordat de nadruk momenteel vooral op de stresstest wordt gelegd, lijkt het bijna alsof u hiermee hét instrument in handen hebt om te bepalen of en hoe succesvol u bent op het halen van de doelstellingen uit het Deltaplan. Echter, een net zo belangrijke uitdaging is de stap ná de stresstest: het willen.

Ambitie en strategie: de risicodialoog
Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie verwijst voor de ‘willen’-fase naar de adaptatiedialoog als instrument. Dus wát we (alle stakeholders) uiteindelijk met die informatie doen. De praktijk leert dat gemeenten de inzichten uit een stresstest vaak gebruiken om direct aan de slag te gaan (werken). Dat is logisch omdat we geen kansen en meekoppelmomenten willen missen (geen spijt maatregelen). Echter, het is ook van belang om invulling te geven aan het willen en de risicodialoog waarmee invulling wordt gegeven aan ambitie en strategie.

Met andere woorden: er moet aandacht zijn voor het oplossen van knelpunten in projecten die nú spelen, maar tegelijkertijd moet er ook een strategie komen voor de middellange termijn. Dat blijkt een opgave die weerbarstig, maar wel noodzakelijk is. Want alleen zo wordt klimaatadaptatie een integraal onderdeel van opgaven (bijvoorbeeld de verbetering van de leefkwaliteit) die we moeten oplossen.

Hoe nu verder?
Om landelijk sneller tot een klimaatbestendige inrichting te komen, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Klimaatadaptatie-adviesteam in het leven geroepen. Tauw vormt samen met Org-Id en Platform 31 de kern van dit adviesteam, dat momenteel 12 regio’s helpt bij het zetten van een volgende stap: van ‘weten’ naar ‘willen’.

Met de ervaringen van het Klimaatadaptatie-adviesteam worden niet alleen die 12 regio’s verder geholpen bij hun opgave, maar worden er ook generieke lessen voor andere regio’s en gemeenten ontwikkeld. Deze komen in loop van het voorjaar beschikbaar via het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Edwin van der Strate, edwin.vanderstrate@tauw.com, +31 65 31 66 61 3.

Hoe kunnen wij u helpen?

Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.