Op 20 januari 2021 deed de Raad van State uitspraak over intern salderen in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) in de zaak Logtsebaan. Deze uitspraak doet landelijk veel stof opwaaien en zorgt zowel bij overheden als industriële bedrijven voor veel onzekerheid over de vergunningplicht.
Gevolg van deze uitspraak is dat bevoegde gezagen zich beraden over de liggende Wbn-aanvragen en veel industriële bedrijven niet weten waar ze aan toe zijn. Momenteel worden de liggende Wnb-vergunningen niet behandeld en er is onduidelijkheid of het indienen van een aanvraag nog nodig is. Dit leidt tot nog meer vertraging in procedures en uitstel van investeringen.
Met deze uitspraak is bepaald dat een Wnb-aanvraag niet nodig is als de toekomstige stikstofdepositie door intern salderen uitkomt op 0,00 mol/ha/jaar vergeleken met de referentiesituatie. De referentiesituatie is over het algemeen de milieuvergunde situatie op het moment dat het Natura2000 gebied werd aangewezen.
De uitspraak is gedaan in een zaak waarbij er in de referentiesituatie al sprake was van een Wnb-vergunning. En daar zit nu precies de onzekerheid. De interpretatie die door provincies en juristen wordt gedeeld, is dat deze uitspraak ook van toepassing is wanneer er in de referentiesituatie nog geen Wnb-vergunning voor stikstofdepositie is verleend. Veel industriële bedrijven gebruiken hun milieuvergunning als referentiesituatie, iets wat geaccepteerd is voor het aanvragen van de Wnb-vergunning.
Deze uitspraak zou betekenen dat veel bedrijven geen Wnb-aanvraag meer hoeven in te dienen. Wij merken dat dit voor onduidelijkheid en rechtsonzekerheid zorgt. Zeker omdat provincies eerder al bedrijven die geen Wnb-aanvraag hadden ingediend, had opgeroepen dit te gaan doen. Maar ook omdat in de oude milieuvergunningen en aanvragen weinig over stikstofdepositie is vastgelegd, waardoor het erg lastig is om de uitgangssituatie te bepalen. Daarom zou het juist nu wenselijk zijn dit vast te leggen, zodat bedrijven helderheid krijgen over de mogelijkheden van toekomstige ontwikkelingen.
Ook zien we dat verschillende partijen maatregelen bedenken om met intern salderen een vergunbare situatie te krijgen (op 0,00 mol/ha/jaar uitkomen). Zonder Wnb-vergunning worden deze maatregelen minder verplicht. Daarnaast verlangt het bevoegd gezag dat er voor wijzigingen in het bestemmingsplan en Wabo-aanvragen een Wnb-vergunning ligt, zodat ze voor het aspect stikstofdepositie tenminste kunnen zien dat dit beoordeeld en vergund is.
Het bevoegd gezag gaat u zeer waarschijnlijk benaderen als er al een vergunningaanvraag voor intern salderen ligt. Wij verwachten dat zij met een voorstel zullen komen om de aanvraag in te trekken (met wellicht deels een restitutie van leges) of een ‘positieve afwijzing/weigering’ af te geven.
Uit het oogpunt van rechtszekerheid en vastlegging van gegevens, adviseren wij u om altijd voor de positieve afwijzing/weigering te gaan. In dat geval wordt de aanvraag namelijk wel beoordeeld én ontvangt u een besluit dat er geen vergunning verleend hoeft te worden, aan dit besluit wordt uw Aeriusberekening gekoppeld. Daarmee heeft u iets in handen om in de toekomst op terug te vallen en hoeft u niet weer op zoek naar die vergunningen van ‘30 jaar’ geleden.
Wij hopen op korte termijn meer te weten over de richting die het bevoegd gezag kiest. Onze stikstofexperts hebben veel kennis van de Wet natuurbescherming en helpen u graag om te kijken wat de mogelijke consequenties van deze uitspraak zijn voor uw bedrijf. Ook kunnen wij bij de bevoegde gezagen aandringen op beoordeling van de stukken.
Klik op onderstaande buttons voor meer informatie over onze expertise op dit gebied. van Stikstof en de Omgevingsvergunning.
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.