Het bevoegd gezag gaat het beleid om afvalstoffen hoogwaardiger te verwerken, verder aanscherpen. De invoering van het nieuwe Landelijke afvalbeheerplan (eind dit jaar) en de actualisatieplicht voor vergunningsvoorschriften vanuit het Besluit omgevingsrecht (per januari 2018) moeten ervoor zorgen dat bedrijven slimmer omgaan met afval. Welke gevolgen dit kan hebben voor de afvalverwerking van uw bedrijf, laten we zien aan de hand van een case.
Nederland streeft naar een circulaire economie, waarin afval niet meer bestaat. Het nieuwe Landelijke afvalbeheerplan (LAP3) is één van de instrumenten waarmee een stap in de goede richting wordt gezet. Door de minimale hoogwaardigheid van de verwerking van afval steeds verder aan te scherpen én het toezicht op de manier van verwerking te vergroten, worden afvalverwerkers steeds meer uitgedaagd om afval te hergebruiken én recyclen.
Het bevoegd gezag gaat er strenger op toezien of uw milieuvergunning voldoet aan de minimale hoogwaardigheid van verwerking van afzonderlijke afvalstoffen of categorieën afvalstoffen, zoals beschreven in het LAP3.
Houtafval kan als biomassa groene energie leveren. In eerste instantie geen slechte manier om met afvalhout om te gaan, zeker niet omdat de minimumstandaard voor het verwerken van A- en B-hout stond (en staat) omschreven als een 'andere nuttige toepassing' (in dit geval als hoofdgebruik brandstof). Echter, houten verpakkingsafval heeft in LAP2 al een nieuwe minimum standaard gekregen, namelijk ‘recycling’. In de praktijk is hier nog weinig van te merken, maar door het invoeren van de actualisatieplicht zal het bevoegd gezag straks strenger toezicht houden op hoe een bedrijf met afvalverwerking omgaat. Dit stelt mogelijk andere eisen aan de vergunning.
Mogelijke consequenties voor een houtverwerkend bedrijf:
Wilt u de overgang naar de minimumstandaard van afvalverwerking soepel laten verlopen? Wij adviseren u graag.
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.