Voorbeeld ter illustratie

In de reliëfrijke gebieden van Noordoost-Twente liggen lokale grondwatersystemen, die voor een grote variatie op standplaatsniveau zorgen. In slenken en laagtes kwelt in de winter en het vroege voorjaar mineraalrijk grondwater op, dat zich in meer of mindere mate mengt met regenwater.

Daardoor komen in deze overgangszones (gradiënten) naast elkaar zuurminnende en basenminnende vegetaties voor, zoals natte heide, heischraal grasland, blauwgrasland en zwakgebufferde vennen. Tal van zeldzame planten maar bijvoorbeeld ook vlinders en libellen vinden hier een toevluchtsoord.

Specialistische kennis water- en ecologische systemen

Door lokale verschillen en de daarmee gepaard gaande complexiteit gaan algemene vuistregels vaak niet op en is specialistische kennis de randvoorwaarde voor een goed advies. TAUW heeft de specialistische kennis over het functioneren van watersystemen en ecologische systemen. Met systeemanalyses brengen we dit bij elkaar. Deze aanpak kenmerkt zich door het in kaart brengen van het functioneren van een gebied: hoe lopen de grondwater- en oppervlaktewaterstromen, welke bodemkenmerken zijn aanwezig en wat betekent dit voor de v vegetatie.

Daarbij wordt ook gekeken welke knelpunten er in het systeem zijn en wat de stuurknoppen zijn om deze knelpunten op te lossen. Vervolgens kunnen maatregelen geformuleerd worden die het knelpunt oplossen en zo min mogelijk negatieve impact hebben op de omgeving.. Door onze ervaring met modellen kunnen wij maatregelen en effecten kwantificeren zodat een beeld ontstaat van de effectiviteit van de maatregelen en de impact op de omgeving.

Toetsing met praktijkkennis: het veld in

Om het systeem goed in de vingers te krijgen, gaan wij graag zelf het veld in, om zo niet enkel vanuit modellen en theorie tot oplossingen te komen, maar dit ook te toetsen met praktijkkennis.

Binnen onze teams ecologie en hydrologie / watersysteem zoeken we samenwerking en afstemming als de vraag zich op het raakvlak van ecologie en hydrologie bevindt. Onze kracht zit in de verbinding tussen beide werkvelden, die we niet in één persoon willen vangen. Juist een samenwerking tussen 2 of meerdere personen leidt tot een hogere kwaliteit. Het met elkaar brainstormen en elkaars kennis meenemen leidt tot oplossingen met meerwaarde.

 

Heeft u een vraag?

Neem contact op met één van onze adviseurs.

Evelyn Roskam - van der Ent

  +31 65 35 61 90 9

Stuur mij een mail 

 

 

Projectreferenties Ecohydrologie

Beekherstel Paardetangen 

Het Hunzedal is in de laatste decennia volop in ontwikkeling. Verschillende partijen werken samen aan diverse natuur- en beekherstelprojecten. Het project Paardetangen vindt plaats in het Achterste Diep, een bovenloop van de Hunze.  De doelen van het project zijn het voldoen aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water, het toevoegen van ca. 40 hectare natuur en het verhogen van de ecologische waarde in het gebied. Barrières voor vismigratie dienen hiervoor weggenomen te worden en het gebied moet zo veel mogelijk worden vernat. Hiervoor kunnen verschillende maatregelen worden getroffen zoals het toepassen van vistrappen en vispassages, het vertragen van de waterafvoer door het (her)meanderen van de gekanaliseerde waterloop, het creëren van meer waterberging en het verhogen van het waterpeil. Wij hebben deze maatregelen uitgewerkt en dit is, in samenwerking met Invraplus en Ecogroen, vastgelegd in een Projectplan Waterwet. 

 

Ontwikkelopgave Natura 2000 Punthuizen-Stroothuizen 

Punthuizen, Stroothuizen en Beuninger Achterveld maken deel uit van het Natura 2000-gebied Dinkelland. Het gebied heeft te maken met verdroging, verzuring en vermesting. Voor dit gebied heeft een TAUW-team namens en in opdracht van Staatsbosbeheer de natuurherstelmaatregelen uit de gebiedsanalyse uitgewerkt in een inrichtingsplan voor het gebied. De maatregelen betreffen ingrepen in de waterhuishouding van het gebied en bemestingsbeperking op landbouwgronden dichtbij de natuurgebieden.

Het oude slenkensysteem in Punthuizen-Stroothuizen en Beuninger Achterveld wordt hersteld waardoor het gebied natter wordt en meer ruimte ontstaat voor habitattypen als Blauwgrasland, Vochtige Heide en Schraalgrasland. Het gebiedsproces heeft nadrukkelijk aandacht gekregen door het organiseren van meerdere informatieavonden en keukentafelgesprekken met grondeigenaren in en rondom het gebied. Tijdens deze gesprekken (waarbij ook provincie aanwezig was) is gezocht naar de mogelijkheden om landbouwkundig gebruik onder voorwaarden voort te zetten en de rol die eigenaren daarin willen spelen. In goede samenwerking met externe onderzoeksbureaus zijn de effecten van natuurherstelmaatregelen onderzocht, in kaart gebracht en teruggekoppeld naar de grondeigenaren. Het inrichtingsplan met herstelmaatregelen is vervolgens planologisch vertaald in een Provinciaal Inpassingsplan voor het gebied.

Een essentieel onderdeel binnen de stikstofprojecten is hydrologisch onderzoek. De noodzaak voor natuurherstelmaatregelen ligt in de verdroging, verzuring en vermesting van natuurgebieden waardoor habitattypen niet de gewenste omstandigheden hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Omdat stikstofmaatregelen vaak ingrijpen in de waterhuishouding moet dit goed worden voorbereid. De software SOBEK maakt het mogelijk grondwatersystemen te modelleren, optimalisatie van de drainagesystemen door te rekenen en irrigatiesystemen te sturen. Modules binnen SOBEK maken het mogelijk om complexe stromingen en water gerelateerde processen in bijna elk systeem te simuleren. Binnen TAUW zijn meerdere specialisten op het gebied van hydrologie die van grote betekenis zijn geweest in de grondwatermodellering voor Natura 2000-gebieden (o.a. Haaksbergerveen en Punthuizen-Stroothuizen).

 

Systeemgericht advies voor stikstofgevoelige habitattype landgoed Junne 

TAUW is door ASR en Staatsbosbeheer, namens landgoed Junne, gevraagd voor het uitvoeren van diverse onderzoeken om inzicht te krijgen welke stikstofgevoelige habitattypen op enkele percelen op landgoed Junne ontwikkeld kunnen worden. Dit project betreft een eerste verkenning van de mogelijkheden om op een aantal percelen van Landgoed Junne stikstofgevoelige habitats te realiseren. Daarnaast adviseren we welke maatregelen nodig zijn om tot die habitats te komen. Dit doen we door de abiotische omstandigheden (inclusief rivierdynamiek) in het gebied het inzichtelijk maken. Hiervoor zijn drie onderzoeken uitgevoerd, gericht op bodem, oppervlaktewater en grondwater. Na het uitvoeren van de onderzoeken hebben onze specialisten per discipline de uitkomsten beoordeeld. Op basis van de onderzoeksresultaten en hun expert judgement ontstaat een beeld van de mogelijkheden voor het ontwikkelen van stikstofgevoelige habitattypen. De opgestelde rapportage is per deelgebied opgewerkt tot een praktisch ingestoken advies op maat. Hieruit blijkt welke habitattypen op welke locatie tot ontwikkeling kunnen worden gebracht en welke inrichtingsmaatregelen daarvoor nodig zijn.

 

Heeft u vragen over ecohydrologie?

Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.