Wettelijke beoordeling bekledingssporen primaire keringen

Projectgegevens

Periode: 2018 - augustus 2021
Opdrachtgever: Waterschap Rijn en IJssel
Betrokken Tauw-adviseurs:

  • Roelant van Dam
  • Nander van der Plicht
  • Arno Makkink
  • Lisa de Gee
  • Jelmer Dijkstra
  • Martijn Huis in ’t Veld (HKV)

Wat was de opdracht?

De Waterwet bepaalt dat de veiligheid van alle primaire waterkeringen elke twaalf jaar moet worden beoordeeld. Voor waterschap Rijn en IJssel resulteert dit in de opgave om voor 1 januari 2023 in totaal 138 km primaire waterkering verdeeld over 9 dijktrajecten te beoordelen. De beoordeling geeft inzicht in de faalkans van de waterkeringen en hoe deze gerelateerd is aan de normering.

TAUW heeft in opdracht van waterschap Rijn en IJssel en in samenwerking met HKV voor alle 9 dijktrajecten de beoordeling voor de bekledingsfaalmechanismen uitgevoerd met alle beschikbare informatie en op basis van nieuwe onderzoeken.  

Hoe ging de samenwerking?

De beoordeling is tot tevredenheid van het waterschap uitgevoerd. Een deel van de opdracht is op kantoor bij het waterschap in Doetinchem uitgevoerd. Dat maakt dat de lijnen kort waren, afspraken snel gemaakt en informatie geverifieerd werd met beheerkennis.

De aanwezigheid in Doetinchem heeft ook bijgedragen aan een realistische beoordeling op basis van alle beschikbare informatie uit het waterschapssysteem en kennis van de beheerder. Dit alles heeft de samenwerking met het waterschap bevorderd.

Wat was het resultaat van het project?

De faalmechanismen Gras erosie buitentalud (GEBU), Gras afschuiven buitentalud (GABU), Gras afschuiven binnentalud (GABI)/microstabiliteit (STMI) en de stabiliteit van Zetsteen (ZST) zijn binnen deze opdracht beschouwd.

Op basis van de resultaten van deze mechanismen is geconcludeerd of tot een stabiel veiligheidsoordeel kon worden gekomen.

Heeft u vragen over dit project?

Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.