Wonen en werken in groene en gezonde steden en dorpen, waar je droge voeten houdt bij hevige neerslag en waar je hoofd koel blijft tijdens hittegolven. Dit is waar groen klimaatadaptief bouwen over gaat. Om dit te bereiken moeten we woningen en bedrijventerreinen aanleggen en bouwen die écht zijn voorbereid op het klimaat van de toekomst. De ‘Landelijke Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ helpt daarbij.
In maart 2023 hebben de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de ‘Landelijke Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ gedeeld met de Tweede Kamer: een landelijke standaard voor groen klimaatadaptief bouwen, mét ruimte voor maatwerk. In opdracht van de ministeries heeft TAUW samen met Arcadis de ontwikkeling van de maatlat geleid. Maar hoe breng je deze maatlat eigenlijk in de praktijk?
De landelijke maatlat is gebaseerd op de afspraken en ervaringen met groen klimaatadaptief bouwen uit het hele land. Het is dus geen puur theoretisch beleidsstuk dat is ontstaan in Den Haag. In Zuid-Holland, de Metropool Regio Amsterdam, Utrecht, maar ook in Zeeland en Gelderland hebben overheden, adviesbureaus en projectontwikkelaars samen de basis gelegd. Ook bij de ontwikkeling van de landelijk maatlat zelf waren zij betrokken. Dat betekent niet dat de maatlat en de bijhorende normen en richtlijnen in beton gegoten zijn, maar wel dat de betrokken partijen achter de inhoudelijke doelen staan.
De maatlat geeft aan welke thema’s voor groene klimaatadaptatie belangrijk zijn en hoe deze meetbaar zijn:
Dat klinkt allemaal mooi, maar als je aan de slag gaat in een nieuw project, wat doe je dan?
Stap 1: Start met een analyse van de locatie: om wat voor water- en ecosysteem gaat het, een polder of juist een beekdal? Bestaat de bodem uit klei of zand? En wat laten klimaatstresstesten zien qua knelpunten?
Stap 2: Combineer deze inzichten met de bouwopgave van voorgenomen ontwikkeling.
Stel, er komt een woonwijk naast een beekdal, op zandgrond. De thema’s bodemdaling en gevolgbeperking overstromingen vallen dan af. De thema’s, wateroverlast, droogte, hitte en natuurinclusief bouwen zijn wel relevant.
Stap 3: Met deze thema’s uit de maatlat ga je aan de slag. De wateroverlastnorm uit de maatlat en de bijbehorende waterstanden in het beekdal bepalen bijvoorbeeld de bouwhoogte van het plan. Wadi’s en groene tuinen zorgen lokaal voor voldoende waterberging bij extreme neerslag en infiltratie in de bodem voor droge periodes. De zone langs de beek wordt groen ingericht met natuur, speelplaatsen en bomen, zodat er schaduwrijke plekken zijn en ruimte voor biodiversiteit.
Het kan zijn dat niet alle normen en richtlijnen 100 % worden gehaald, zolang het plan maar als geheel bijdraagt aan de doelen.
Wilt u meer weten over het proces in projecten: check dan de Leidraad klimaatadaptief bouwen (op www.bouwadaptief.nl).
De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werken door aan de implementatie van de maatlat. TAUW trekt voor de ministeries (met Rebel en BoschSlabbers) een opdracht voor het bundelen van praktijkervaringen. De volgende perspectieven staan hierbij centraal:
Mocht u relevante ervaringen willen delen of vragen hebben, neem vooral contact met ons op!
Ga voor meer informatie over Klimaatadaptatie in het stedelijk gebied naar onze website.
Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren graag.